By on augustus 9th, 2012

Op naar de Vesting Bourtange

Iedere bewoner in dit huis zal hem beslist wel eens ontmoeten; gewoon ergens tegenkomen, in actie zien, in zijn lens moeten kijken of tegenover hem zitten voor een interview en in zijn ogen moeten kijken. Hij schreef intussen pagina’s vol en liet ons zijn talloze producties met graagte lezen:                                                                                                                        natuurlijk, niemand anders dan Henny de Mönnink.

Henny bleek tijdens onze eerste ontmoeting in Insula Dei  een bepaalde affiniteit te tonen met het dorp Bourtange, dat hij overigens toen nog niet van nabij kende.

Er was dus alle reden om samen eens op pad te gaan en dat deden dan ook op 7 oktober. We reden die dag zo’n 440 kilometer. Aanvankelijk regende het, maar vanaf Staphorst was het zwerk verbazend helder en scheen de zon.Vanaf  Emmen  zei ik – als bijrijder-die- de- weg- kent: “We gaan nu richting Ter Apel.” Hij had meteen de klok horen luiden en reageerde:“Ter Apel, daar heb ik een goede vriend wonen.” Maar wel met de intentie van dat je daar eigenlijk niet zomaar voorbij zou kunnen rijden en aldus geschiedde.

Geen adres, geen straatnaam maar wel steeds:” Het zou hier kunnen  zijn.” Totdat we toevallig de Vijverlaan inreden en Henny bij een huis aanbelde, waarvan de bewoners heel toevallig de buren waren van zijn vriend. Gauw nog een kaartje in de brievenbus gestopt, want ze, vriend en zijn echtgenote, waren met vakantie in Frankrijk.

Ik had intussen ook méér van Ter Apel gezien dan ooit tevoren bij bezoeken in mijn jeugd…  Daarna resten ons nog 12 kilometer naar de Vesting Bourtange.

Als ex-inwoner heb ik het ‘voorrecht’ om naar het oude marktplein met de auto mogen te rijden en aldaar te parkeren.

Ons eerste bezoek was ’t Convooimeestershuis, adres: Marktplein 9, begin 17e eeuw het huis van de proviand- en convooimeester. In mijn tijd een dorpscafé en tijdens de bevrijdingsacties het tijdelijk hoofdkwartier van een eenheid van de eerste Poolse Pantserdivisie, onder leiding van Luitenant Kolonel S.Koszuskti.

Een door mij ontworpen herdenkingsplaquette,

met onder andere de namen van de zes Poolse militairen, die bij gevechten in de Gemeente Vlagtwedde omkwamen is aan het pand bevestigd.

Vervolgens bezochten we ‘s Lands Huys, Café Restaurant, Marktplein 2, dat in vroeger eeuwen het administratieve hart van de vesting was en een comfortabel logement voor doortrekkende officieren.

Als bijzonderheid ontdekten we hier een vooroorlogs houten reclamezuil van verschillende plaatselijke ondernemers, waarvan onder andere: S. Frank, Manufacturier, een ex Joodse ingezetene en ook:

‘Verzend uw goederen per vrachtautodienst J. Nobbe’

Ik herinner me, dat mijn vader voor de vervaardiging van zijn eerste en waarschijnlijk                                                                                                                                                                                                      enige reclame ooit cash fl.2.50 moest betalen en nog eens fl.2.50 aan de eigenaar van het toenmalig ‘Hotel de Vesting’ voor duurzame vertoning in diens hotel.                                      Na de sloop van dit hotel kreeg de reclamezuil een vaste plaats in ‘s Lands Huys’, dat ik daar een klein beetje trots ben kan ik niet ontkennen.

Henny ging hierna op pad en schoot buiten het marktplein langs de wallen en grachten talloze foto’s, evenals van de uit 1684 stammende Saksische boerderij ‘De Staakenborgh’ voorheen de ‘Laaste Stuyver’.

Dit pand ligt buiten de Vesting en was toen het door ons werd aangeschaft in 1977 een ruïne én geregistreerd monument. Na restauratie was het bestemd voor groepen, die meerdaagse trainingen of opleidingen volgden. Momenteel wordt het gebouw overwegend gebruikt als hotel en restaurant.

We reden via De Vesting terug en namen een route die ons gedeeltelijk door Duitsland voerde. Daarvoor hebben we nog even een stop gemaakt op het marktplein. Henny had in een flits iets aan de Synagoge gezien en dat moest nog vastgelegd worden. Het ging om de plaquette, met alle namen van de afgevoerde Joodse bewoners uit het dorp en naaste omgeving.

In Staphorst hadden we op de heenweg een korte stop gehad – bij restaurant Waanders-héél bekend – en terug namen we rust bij een bijna even zo bekend Chinees restaurant. Daar waar kwaliteit voorop staat.

Het was een goed besteedde dag, zoals we beiden ook al bij voorbaat hadden verwacht. Het was niet alleen leerzaam door het bezoek aan  een ‘bijna geheel nieuw dorp’ in Groningen, de Vesting Bourtange, waarvan het bestaan pas sinds enkele tientallen jaren echt bekend is door ingrijpende reconstructiearbeid gedurende vele jaren. Het heeft ons beiden een prettige en leerzame ervaring opgeleverd. We hebben elkaar beter leren kennen en dat is winst. Hij spreekt bovendien ook nog bijna mijn dialect. Gronings en Twents lijkt wel een beetje op elkaar: Goudgoan! (Goadgoan).

Henny bedankt!

Roelf Nobbe  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *